Podcast #3: Natasja Naron

Hart voor Zaken #3. Met Natasja Naron (Financieel Adviesbureau Gabriel).
“Een collectief maken, betekent het individuele loslaten”.

Hart voor Zaken is een maandelijkse podcast over ondernemers voor ondernemers, waarin een ondernemer vertelt over zijn hart voor zaken. Over zijn liefde voor zijn bedrijf, over zijn liefde voor (zijn) mensen en de wereld om hem heen. Ook heeft hij twee hartverwarmende tips om jouw bedrijf nog meer kloppend te maken. Om jouw collega’s nog meer verbonden met elkaar en de organisatie te maken. Presentatie: Cor Hospes van Starlingz.

“Je bent als bedrijf niet op de wereld om alleen geld te verdienen. Je moet een missie hebben om bestaansrecht te hebben. En die reikt verder dan je eigen geluk.” Want daar ligt volgens Natasja Naron de basis van elke onderneming. Waar kun je als bedrijf meer van betekenis zijn. Wanneer je dat antwoord hebt gevonden, volgt vanzelf stap twee: hoe kan je ook echt een liefdevolle organisatie zijn. “Hoe kan ik de liefde onder mijn collega’s en bij mijn klanten vergroten?”

Natasja Naron is oprichter van financieel adviesbureau Gabriel en programmadirecteur van het Executive Program ‘De Betekenis van Rijkdom’ van de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Een collegereeks over betekenisvol werken in de financiële sector. Liefde is daarvan een belangrijk onderdeel. Maar als zij over die opleiding vertelt, begint zij niet altijd direct over liefde. Omdat zij merkt dat veel ceo’s dat een ‘spannend woord’ vinden.

Bij het woord liefde denken ceo’s veelal aan de liefde die ze voelen voor hun partner en kinderen. Maar hoezo liefde en zaken? Hoezo liefde voor je klanten, je collega’s en voor de wereld om je heen? Kom op, doe even gezond. In zaken moet je stoer en cool en macho zijn. Moet je vooral zakelijk overkomen, waar diezelfde ceo’s thuis misschien hele liefdevolle huisvaders en echtgenoten zijn.

Merkwaardig, vindt Natasja, dat veel bestuurders en managers op het werk en thuis fungeren als een soort Dr Jekyll & Mr Hyde. Alsof mensen schizofrene figuren zijn die leven in twee werelden. Onzin natuurlijk. “We leven in een wereld en worden veel gelukkiger als we dat onderscheid loslaten, en thuis, op het werk, bij de sportclub of bij welke vereniging je ook actief bent, gaan leven vanuit dezelfde waarden. Wie ben ik? Wat wil ik betekenen? Op welke wijze wil ik leven? Wat zijn mijn waarden en hoe kan ik die toepassen waar ik ook ben. Ben jezelf.”

Dat de business faculteit van de Erasmus Universiteit haar Executive Program aanbiedt (“Zoiets had vijf jaar geleden nooit kunnen gebeuren”) illustreert volgens Natasja nog eens dat ze zich ook binnen academische kaders realiseren dat het binnen business uiteindelijk gaat om liefde en ware rijkdom, en niet alleen om geld verdienen en andere economische voorspoed. “Dit is een ontwikkeling waar wij met zijn allen naartoe gaan. Het is niet de vraag, wil ik hiermee aan de slag, nee, we moeten hiermee aan de slag. De vraag is alleen, wanneer en hoe gaan we het doen, en wil je één van de voorlopers zijn?”

Daarom: “Wil je mensen gelukkig maken in je organisatie dan is het zo cruciaal dat jij als bedrijf betekenisvol bezig bent.” Niet alleen in de manier waarop je omgaat met de wereld, maar ook hoe je omgaat met je medewerkers. Je moet je missie ook intern leven. “Ik geloof echt dat je je bedrijf zo succesvoller maakt. Omdat je door die missie gedreven aanpak betere medewerkers aantrekt die ook langer bij je blijven. Verder zorgt het voor een lager verzuim en -niet onbelangrijk- voor meer klanten. Misschien wel het allerbelangrijkste: “Ik geloof niet dat je op termijn een gelukkiger mens en ondernemer bent als je alleen maar bezig bent met dat geld verdienen. Je mag natuurlijk geld verdienen en ervan lekker genieten, maar blijf niet denken in meer. Zoek het breder. Ga voor je ware geluk. Voor de ware liefde in het leven.”

Productie: Online Video Producties

Muziek: Flowers for A Lonely Soul

 

Starlingz bij New Business Radio

Bijna elke medewerker roept maar dat hij niet langer naar kantoor wil. Dat hij liever wil thuiswerken. Maar wacht eens even. Het gaat toch niet om jou als individu? Jij werkt toch in teamverband. Samen aan hetzelfde doel. En ook gek: dezelfde mensen die eerder riepen dat ze dat thuiswerken vreselijk vonden, staan nu ineens bij hetzelfde woord te juichen. Dat is gek. Nou, misschien niet gek. Medewerkers voelen zich helemaal niet verbonden. Met elkaar en de organisatie. Omdat een gedeeld verhaal ontbreekt. Omdat een gezamenlijk doel ontbreekt. Pas dan doe je het met elkaar. Pas dan ga je voor samen.

Het was een van de onderwerpen die we aansneden in het programma van New Business Radio. Met presentator Remy Gielings en zijn eenmalige side-kick Ineke Kooistra.

Je kunt het programma hier terugluisteren. Veel luisterplezier.

Podcast #2: René Kesselaar

Hart voor Zaken #2. Met René Kesselaar (Kesselaar & Zn).
“Een collectief maken, betekent het individuele loslaten”.

Hart voor Zaken is een maandelijkse podcast over ondernemers voor ondernemers, waarin een ondernemer vertelt over zijn hart voor zaken. Over zijn liefde voor zijn bedrijf, over zijn liefde voor (zijn) mensen en de wereld om hem heen. Ook heeft hij twee hartverwarmende tips om jouw bedrijf nog meer kloppend te maken. Om jouw collega’s nog meer verbonden met elkaar en de organisatie te maken. Presentatie: Cor Hospes van Starlingz.

René Kesselaar is ontevreden over de wereld waarin hij opereert. Daarom noemt hij zijn bedrijf geen aannemerij of bouwbedrijf, nee, Kesselaar & Zn is een ‘gastheer in de bouw’. Aan de aannemerswereld kleven te veel nare etiketten, vindt hij. Die is hard, hiërarchisch en niet meer van deze tijd. Geld vinden ze het belangrijkste. “Ze praten er niet over mensen, maar over poppetjes, ze praten over ze. Maar de waarde van een bedrijf zit niet in geld, maar in mensen. Die maken het geld. Geld verdien je met mensen. Dus hoe slordiger je met mensen omgaat, hoe meer geld het kost. We zorgen dan ook goed voor onze mensen. Alles wat we verdienen, stoppen we terug in het bedrijf, in onze mensen.”

Wat dat hem oplevert? René tekent een tabelletje: ziekteverzuim binnen de overheid is 12 tot 19%. Binnen de ziekenhuizen is dat 18%. Bij de politie 12 tot 15%. Bij ons 1,25%. En je praat over een bedrijf met 80 mensen. “Een kwestie van liefde, loyaliteit en verantwoordelijkheid.”

Kesselaar & Zn is in 1994 opgericht door een groep rugbyvrienden. De regels van het rugbyveld gelden nog steeds binnen het bedrijf. René: “Je juicht pas als iedereen om je heen staat. Je houdt je aan je afspraken en iedereen is gelijk; je moet het samen doen, het draait om het collectief.”

“De kunst van het leven is loslaten van iets waarin je vastzit. Stramienen, regels, taken. Bij ons doe je het samen. Als je iets niet begrijpt of kunt, vraag het en dan helpen we je. Dat geldt niet alleen intern, maar ook voor de partijen waarmee wij samenwerken. Zo krijg je een homogene groep met een gemeenschappelijk doel. Als jij niet werkt in hiërarchie, dan leer je mensen over hun eigen disciplines heen te stappen. Een collectief maken, is het individuele loslaten.”

“Als jongen mensen bij een bedrijf komen, krijgen ze vaak een plekje naast Ome Henk. Die doet het al 35 jaar zo en zegt zo blijven we dat ook 35 jaar doen.” Vreselijk vindt René dat. “Ouderen zijn een balk op een spoorlijn. Ze houden de trein tegen van hun bedrijf. Ga of zelf in die trein zitten of ga van de spoorlijn af, en geef die trein de ruimte met een jonge machinist. We hebben in ons land momenteel zoveel oude meuk zitten, die denken dat ze het allemaal nog begrijpen, maar ze zijn niet meer van deze tijd.”

Spelletjes met elkaar spelen vindt René belangrijk. Tafeltennis, dammen, tafelvoetbal: ze zorgen voor verbinding en geven inzichten. “Als je alleen mensen hebt die willen scoren, ontstaat geen team. Als mensen niet tegen hun verlies kunnen, gaan ze misschien vals spelen om toch te winnen. Je wilt balans binnen een team en daarbij helpen spelletjes.”

“Verbinding is communiceren met elkaar. Niet alleen praten over het werk, maar ook over thuis, over je gezin.” Wanneer iets niet lekker loopt op het werk, heeft dat vaak te maken met thuis. Bij Kesselaar & Zn. delen mensen hun gevoelens. Dat klopt, beaamt hij, daarvoor moeten ze zich wel veilig en okay voelen. “Maar dat staat toch bovenaan. Mensen moeten op het werk zichzelf kunnen zijn.

René: “We hebben hier maar een stelregel: als je zelf niet zo behandeld wil worden, moet je het ook niet bij een ander doen.”

Productie: Online Video Producties

Muziek: Flowers for A Lonely Soul

Het nieuwe kantoor: geen verplichting, maar een bestemming

Wanneer al je collega’s straks niet meer op hetzelfde kantoor werken, en velen daar niet langer fulltime verschijnen, ja, hoe houd je dan iedereen binnen je organisatie verbonden. Spreker na spreker kwam tijdens het Amerikaanse congres met hetzelfde antwoord: dat doe je met je verhaal, met een sterke gedeelde missie..

 

Las Vegas, eind maart: HR Transform, een van de grootste HR-congressen ter wereld. Op de sprekerslijst een keur aan CEO’s en HR-managers van bedrijven als TripAdvisor, Pixar, Randstad, KPMG, Facebook en Microsoft. Het is het eerste unplugged congres sinds jaren en dat doet duizenden naar Las Vegas snellen. Nieuwsgierig naar hoe bedrijven kijken naar de toekomst van het werken. Gaan we richting remote of hybride first, en in welke verhouding? Of keren we na een paar jaar weer terug naar hoe het was voordat COVID de wereld op z’n kop zette. Duidelijk genoeg, na drie dagen Las Vegas, schrijft Joe Lazauskas, we gaan niet terug naar hoe het was. Naar een situatie dat medewerkers weer vijf dagen per week naar kantoor gaan.

 

Weg uit de kantoortuin

Ook in ons land heeft niemand trek in vijf dagen kantoortuin, als je de cijfers moet geloven. Een op de drie medewerkers bezweert zelfs subiet van baan te veranderen als hun werkgever hen verplicht weer elke dag naar kantoor te reizen. Als ze hybride mogen werken, dan beslist hun baas niet wanneer ze dat doen, nee, 85% wenst dat zelf te bepalen. Aldus de Monitor Hybride Werken van KPN. Bij de SER vinden ze dat een prima idee, dat medewerkers meer zeggenspraak krijgen over wanneer ze waar willen werken.

Maar ho stop, wacht nou eens even. Het gaat toch om je team, het gaat toch om je afdeling? Niet om jou alleen? Of zijn je collega’s ineens niet belangrijk meer. Waarom werk je dan überhaupt nog voor een baas en ga je niet gewoon als zzp’er aan de slag?

Het is toch gek. Tijdens de pandemie klaagden medewerkers zich grijs en grauw. Och, wat is dat thuiswerken vreselijk. Duizenden melden zich massaal ziek. Met klachten over werkstress, burn-out en ander psychisch onbehagen. ‘Ik ben de binding kwijt. Werk draait alleen nog maar om efficiency en productiviteit’. ‘Waar is de Haarlemmerolie? Waar zijn de gesprekken bij de koffiezetautomaat. Waar zijn die ouwehoerpraatjes met collega’s in het voorbijgaan?’ Diezelfde klagers staan nu ineens te dreigen en te demonstreren: wij willen thuiswerken.

 

Geen binding, geen betrokkenheid

CEO’s klagen en bibberen tijdens COVID ook. Thuiswerken bedreigt de bedrijfscultuur en vermindert de betrokkenheid, paniekeren ze. Dat kost het bedrijfsleven 125 tot 500 miljoen euro. Maken die bedragen ineens niks meer uit?

Corporates hebben het thuiswerken massaal omarmd, vertelt Ineke Kooistra van The Works bij New Business Radio. O ja, dat begrijp ik wel. Daarvoor hoef ik enkel een reeks cijfers van het Amerikaanse onderzoek- en adviesbureau Gallup op tafel te leggen. 90% van alle medewerkers in NL voelt zich niet betrokken bij hun organisatie. 41% van medewerkers heeft geen benul waar hun bedrijf voor staat. En 40% van alle medewerkers voelt zich alleen op het werk, niet gehoord noch gewaardeerd. Dus ja, dan is het niet zo vreemd dat ze liever de hele week thuiswerken. Weg van die nare managers en sneue collega’s. Ze voelen zich geen sikkepit bij hun bedrijf of organisatie betrokken. Staan enkel op pay-roll voor de hypotheek. Kijk naar al die mensen die na de pandemie plots en masse bij corporates weghollen. Tijdens COVID durven ze dat niet, want lekker profiteren van de loonstrook. Nu ze weten dat de banen voor het opscheppen liggen, ja hoor, wegwezen. Niks betrokken en verbonden.

 

Max Verstappen en Tony Chocolonely

De basis van die verbinding is je verhaal. Waarom omarmen mensen Max Verstappen? Omdat ze geloven in het verhaal Max Verstappen. Waarom omarmen mensen Harry Potter? Omdat ze fan zijn van Harry Potter. Waarom omarmen mensen Tony Chocolonely? Omdat ze geloven in het verhaal van Tony Chocolonely? Waarom willen mensen werken voor Patagonia? Omdat ze de missie ondersteunen van Patagonia. Zonder een gedeeld verhaal valt er niks te omarmen, te ondersteunen of in te geloven. Laat staan dat je collega’s zich met elkaar en je bedrijf verbonden voelen. Vertel daarom intern en extern waarvoor je gaat en staat. Wat het doel is van je organisatie en hoe ga je samen de pijnpunten van je publiek oplossen. Pas dan kan je die naar buiten uitdragen, vertelt Voys-oprichter Mark Vletter in de podcast Hart voor Zaken. “Communiceer je verhaal in alles inside out. Laat aan de buitenwereld zien wie je van binnen bent. Dan krijg je ook de mensen en klanten die daarbij passen.”

 

HRtop100

Je kunt je collega’s laten thuiswerken wat je wilt, je kunt je kantoor zo fraai inrichten als je wilt, maar als je geen verhaal hebt, lopen ze alsnog de tent uit. Je kunt nieuwe medewerkers naar binnen schrapen wat je wilt, maar wat heb je eraan als tientallen anderen weer via de achterdeur naar buiten lopen. Omdat ze geen binding voelen, omdat ze geen liefde voelen. Omdat ze niet zijn verbonden met hun collega’s noch waarvoor je staat.

 

We zijn sociale dieren, geen sociale mediadieren

Efficiëncy en gemak, de zelfscan bij de kassa, de flitsbezorgers, online trainingen, vergaderingen en congressen, ze lijken zo verleidelijk, maar mensen en organisaties vergeten te snel wat daardoor verloren gaat. Dat praatje bij de kassa, die groet van een buurtbewoner ter hoogte van het zuivelschap, het handjeschudden tijdens de koffiebreak, het oogcontact tijdens de netwerkborrel: contactloos maakt ons contactgestoord. Bij Google hebben ze al jaren geleden berekend dat 1,5 dag per week thuiswerken voor mensen echt de max is. Want mensen zijn sociale dieren. Geen sociale mediadieren.

 

Sociale vaardigheden bij de kliko

Kijk naar dat groepje pubers tijdens een feestje of bij Starbucks. Ze praten niet, ze chatten. Ze luisteren niet, ze swipen. Verslaafd aan de onlinewereld, op meer afstand van elkaar dan ooit. Empathie? Ze weten niet hoe dat voelt. 51% van Amerikaanse scholieren en studenten vindt het logisch om sprekers uit te jouwen met wie ze het oneens zijn. 19% vindt geweld okay om een toespraak te voorkomen. In ons land heeft 40% van alle Nederlandse jongeren tussen 18 en 30 belangst; ze kunnen niet met spontane reacties en directe confrontaties omgaan. Nieuw in Amerika: cursussen voor jongeren hoe ze fait divers gesprekjes kunnen aanknopen. Thuiswerken is niet bepaald bevorderlijk voor je sociale vaardigheden, aldus Noreena Hertz. Of zetten bedrijven die gewoon bij de kliko? Bezien ze daar werken louter als iets functioneels. Bezien ze personeel als een asset en niet langer als mensen?

 

Geen verplichting, maar bestemming

In Amerika lijken ze te ontwaken. Maak van je kantoor geen verplichting, maar een bestemming, zegt Beth Grous, Chief People Officer bij TripAdvisor tijdens HR Transform. Maar dan moet er op die bestemming wel iets te doen zijn. Dan moet die bestemming wel de reis waard zijn. Geef je afdeling of team daarom een reden naar kantoor te komen. Een duidelijk doel en een aantrekkelijke agenda. Het bedrijf van de toekomst bouw je rond toegewijde teams die gaan voor jouw bedrijfsverhaal. Die samen leven en beleven waarvoor jij gaat en staat.

 

Podcast #1: Mark Vletter

Hart voor Zaken #1. Met Mark Vletter (Voys). “Voor verbinding heb je geen kantoor nodig.”

Hart voor Zaken is een maandelijkse podcast over ondernemers voor ondernemers, waarin een ondernemer vertelt over zijn hart voor zaken. Over zijn liefde voor zijn bedrijf, over zijn liefde voor (zijn) mensen en de wereld om hem heen. Ook heeft hij twee hartverwarmende tips om jouw bedrijf nog meer kloppend te maken. Om jouw collega’s nog meer verbonden met elkaar en de organisatie te maken. Presentatie: Cor Hospes van Starlingz.

Mark Vletter is ‘chef leuk werk en founder’ van Voys. “Begonnen als telecomprovider, net zoals KPN maar dan leuker en beter.” Iedereen een gelijkwaardige stem. Dat is het verbindende verhaal van Voys. Dat zit niet alleen in de techniek die ze leveren, maar ook in de manier waarop “dat rare clubbie” met hun klanten en collega’s omgaat en wat ze in de wereld willen verwezenlijken. “Communiceer in alles inside out. Laat aan de buitenwereld zien wie je van binnen bent. Dan krijg je ook de mensen en klanten die daarbij passen.”

Managers kennen ze niet binnen Voys. Wel collega’s. “Een team in zijn totaliteit is veel beter in staat de taken op te pakken die traditioneel aan een manager worden toebedeeld. Samen kom je verder dan alleen”. Hybride werken, ja hoor, dat gaat bij Voys prima. Dankzij covid zijn ze bij Voys steeds beter geworden in ‘gedistribueerd en a-synchroom werken’. Mark stellig: “Om te verbinden en elkaar te begrijpen heb je geen kantoor nodig.” Toch bleef dat tijdens de pandemie open voor jongere collega’s. Die wonen kleiner en wil je liever niet laten vereenzamen. En zeker, dat samenzijn, dat verbinden, je kunt dat op allerlei manieren met toffe tooltjes meten. Maar je moet dat vooral blijven faciliteren.

Luister naar Mark Vletter. Luister naar zijn tips hoe jij het hart van je business ook beter kunt laten kloppen. Luister naar wat liefde betekent als het over business gaat.

Productie: Online Video Producties

Muziek: Flowers for A Lonely Soul

 

Terug naar kantoor: van Teams naar team

Van Teams naar Team

Terug naar kantoor. Oudere collega’s hebben daarin bar weinig zin. Ze willen wel de lusten, maar niet langer de lasten van een vast dienstverband. Waarom zouden ze andere collega’s moeten zien. Dat kan toch ook prima via een online pubquiz of maandelijks etentje? Over het kantoor als oplaadpaal en waarom het de hoogste tijd is voor een reboarding. Voordat het fundament onder je bedrijf wegvalt.

 

Berdien werkt voor een grote IT-consultant. Zij verheugt zich er al maanden op haar collega’s weer te zien. Eindelijk staat een meeting op kantoor met haar team gepland. Maar omdat twee van de twintig besluiten dat ze die afspraak net zo goed online kunnen doen, kruipt iedereen thuis toch weer achter zijn beeldscherm. Ook haar leidinggevende vindt het prima, en daar begrijpt Berdien niks van. Waar is de solidariteit en saamhorigheid van haar collega’s gebleven. Waar is hun verbinding, met elkaar en de organisatie?

 

Stoepje

Het stoepje bij de voordeur. De oprijlaan. Het pad of trapje naar de voordeur. Het markeert de grens tussen de straat en je eigen huis. Verbeeldt de scheiding tussen het zij en wij. Hoe belangrijk die scheiding voor je werk zou worden, nee, daar stonden we vóór covid niet bij stil. Je ging gewoon elke ochtend naar kantoor om acht uur later weer terug naar thuis te keren, tenzij je voor jezelf zzp’de of een bedrijf aan huis had.

 

Opgesloten in Zoom-hokjes

Het werd allemaal anders. Covid maakte van je kantoor een Sperrgebiet. Je collega’s zag je alleen nog opgesloten in hun Zoom- of Teamshokjes. Ongemerkt veranderden die hokjes in bubbels van waaruit iedereen eenzelvig leefde en werkte. En dat beviel best. Voorbij filestress, voorbij fietsen door de regen, voorbij smakkende collega’s, voorbij wie haalt de kinderen en wie doet de boodschappen. ‘Ik waan me ineens zo’n hippe creatief, als ik met mijn laptop naar een koffietentje ga’, vertelde Wouter, accountmanager bij een bank. Zelf je tijd indelen. Tussen het gezoom door even de hond uitlaten, naar de sportschool of alvast de boodschappen doen, ja, dat geeft rust. ‘Dat thuiswerken maakt me productiever en verbetert mijn work/life. En ja, de koffie is beter’.

 

Telewerken voor de Tesla

Zijn collega’s is Wouter vergeten. Okay, Gerben van de afdeling is leuk en met Marieke van sales kan hij lachen. Met Ludo en Reginald van een verdieping lager is hij een paar keer doorgezakt in de kroeg. Maar de rest. ‘Man, ik word mesjogge van die zoveelste online vrijmibo en alweer een digitale pubquiz. Mijn scherm staat aan, mijn hoofd niet’. Hij borrelde een half uurtje later liever met de buren en zijn vrienden. Werk deed hij de laatste jaren vooral voor de centen, zijn Tesla, de hypotheek en die dertiende maand was ook prima. Zijn leidinggevende liet zijn gezicht amper zien. De andere managers, ach, die zaten zijn carrière meer in de weg dan dat ze nou echt motiverend werkten. Dus ja, ook hij vond het prima achter zijn stoepje. Maar of hij van dat telewerken thuis een socialer type werd?

 

Blind voor verbondenheid

De eilandjes en stoepjes doen de bedrijfscultuur ongemerkt verbrokkelen. Werknemers verliezen de binding met hun collega’s en de organisatie. Dat jongere collega’s al dat thuiswerken helemaal niet fijn vinden, omdat ze alleen wonen en in de pandemietijd zelden nog anderen zien; dat die thuis nauwelijks plek hebben om thuis te werken -soms tegelijk met hun partner, terwijl de kleintjes over de vloer kruipen: de ouderen horen hun geweeklaag vanuit hun Vinex-eiland schouderophalend aan. Verblind door hun eigen glimmende stoepje. Verblind door hun eigen welbevinden. Doof voor het belang van een veilige bedrijfscultuur waarin iedereen met elkaar en de organisatie is verbonden.

 

Kantoor als oplaadpaal

Liever alleen pragmatisch Zoomend achter je stoepje dan bevlogen samenwerken achter de kantoortourniquet. Verbazend? Slechts 10% van de werknemers in West-Europa voelt zich echt betrokken bij zijn werk. Dat is bij jouw op kantoor niet anders. Omdat de basis voor die betrokkenheid ontbreekt. Een goed verhaal, een hoger doel dat letterlijk zin geeft. En de meeste bedrijven hebben geen verhaal. Ze prediken vooral inwisselbare praatjes, onbeduidende kernwaarden en een zielloze missie met een salespitch als corporate story. Geen inspirerend narratief waaraan alle medewerkers hun persoonlijke doelen en ambities kunnen verbinden. Noch een verhaal waarvoor zij elke dag willen opstaan. ‘Goedemorgen Elyne, het regent. Ik blijf vandaag liever thuiswerken.’ Mensen willen werken voor bedrijven die ertoe doen. Willen werken voor organisaties die letterlijk zin geven. Dan ook komen ze hypergraag naar kantoor. Om te overleggen, om elkaar te inspireren, om elkaar beter te leren kennen, om te spelen en plezier te maken. Het kantoor als oplaadpaal om de volgende ochtend weer energiek en voortvarend (thuis) aan de slag te gaan.

 

Verband tussen betrokkenheid en verzuim

Wat doet het management? Niks geen kantoor als energierijke oplaadpaal. Ze bekommeren zich niet tot nauwelijks om het welzijn en welbevinden van hun collega’s. Waarom zouden ze. De bedrijfsresultaten zijn prima. Dus hun bonusje is gekocht. Verbinding: het heeft geen sense of urgency. Dat er een causaal verband bestaat tussen betrokkenheid en werkdruk ontgaat ze volkomen. Bij een lagere betrokkenheid in combinatie met hoge werkdruk is het kantoorverzuim zelfs bijna twee keer zo hoog als bij werknemers met een hoge betrokkenheid. ‘Werkgevers die het verzuim willen verlagen, zijn gebaat bij betrokken medewerkers. Betrokkenheid hangt vooral samen met goede communicatie, autonomie in het werk, afwisseling in de werkzaamheden en goede ontwikkelmogelijkheden’, aldus het onderzoek van Flycatcher. ‘Om het verzuim de komende jaren op hetzelfde niveau te houden of te verlagen, is het dus belangrijk voor werkgevers aandacht te schenken aan betrokkenheid en werkdruk.’ Kennelijk moeten eerst de kwartaalcijfers gierend uit de bocht vliegen of tientallen collega’s kotsmisselijk van het thuiswerken in de wachtkamer van de arbo-arts staan, voordat verbinding bij veel werkgevers op de agenda komt. Dat is zorgwekkend. Voor nu en vooral voor later.

 

Van je why naar je wij

De pandemiedampen trekken langzaam op. Zichtbaar verrijst de vraag: hoe kunnen we alle collega’s weer met elkaar en aan de organisatie verbinden. Hoe trekken we ze over hun stoepje naar kantoor. Als je onderzoeken moet geloven, willen ouderen dat helemaal niet. Niks mensen zijn sociale dieren. Ze blijven liever binnen hun bubbel. Logisch als een loonstrookje je enige motivator is. Allesbehalve een fundament voor een goede bedrijfscultuur, integendeel, dat is het recept voor het einde van elke organisatie. Om dat te voorkomen, is het de hoogste tijd voor een reboarding. En daarbij zijn leidinggevenden aan zet. Ze moeten met elke collega om tafel en luisteren. ‘Waarvoor kom je ’s ochtends je bed uit? Wat kunnen we beter doen? Waar wil jij meer van? Wat wil je bereiken? Wat betekent voor jou hybride werken? En hoe kunnen wij je bij al dit alles helpen?’ Eerst een terugblik om daarna vooruit te kijken. Met een vinger blijvend aan de pols van elke collega. Met 1 op 1 vragensessies, en team- en managementbijeenkomsten. Bedrijven moeten van hun WHY naar de WIJ.

 

Elkaar zin geven

Oh nee, we gaan met z’n allen heus niet terug naar die vijfdaagse werkweek van negen tot vijf. Maar je medewerkers moeten minder op Teams, en meer met hun team. Dit kan niet zonder een duidelijke agenda en structuur. Met voor iedereen heldere doelen en taakverdelingen. Opdat iedereen zich (weer) onderdeel voelt van het verhaal van het bedrijf. In een clubhuis waar ze zich veilig en vertrouwd voelen, en ze gezamenlijk meedoen aan diverse activiteiten en evenementen. Waar ze elkaar in alle openheid kunnen aanspreken en face to face feedback geven om de bosvruchten te plukken van elkaars kennis, kunde en kwaliteiten. Waar ze aanschuiven bij jonge collega’s om die te helpen en te inspireren.Waar ze brainstorms en speelse pressure cooker-sessies organiseren. Een bedrijf als loyale familie waar vanzelf warme vriendschappen ontstaan, omdat je elkaar kent. Omdat je met elkaar dezelfde ambities deelt. Omdat je voor elkaar openstaat. Omdat je elkaar zin geeft.

 

Groeien als mens

Berdien heeft ontslag genomen bij de IT-consultant. Zij werkt als beleidsadviseur bij een zorginstelling. Ze heeft financieel flink ingeleverd, maar haar bevlogen collega’s compenseren de leaseauto en dertiende maand. En gelukkig, niks geen geTeams meer. Eigenlijk heeft zij nog nooit met zoveel plezier gewerkt. Want dat merkt zij als geen ander. Verbinding doet je groeien. Als mens.

 

Kantoor na corona

Ouderen hoeven niet zo nodig terug naar kantoor. Laat hen maar liever thuiswerken. Maar Millennials en Gen Z’ers staan te popelen om weer te mogen ouwehoeren rond het koffiezetapparaat. Hoe gaan leidinggevenden een kloof tussen jongere en oudere collega’s op kantoor voorkomen.

We schakelen regelmatig met ons ‘soundboard team’. Een groepje millennials en Gen Z-jongens en meiden. Ze houden ons wakker en scherp. Prikkelen ons en beoordelen onze ideeën. Zoals vorige week, toen we met hen spraken over een onderwerp dat hen als geen ander bezighoudt: terug naar de werkplek. Al die jonge soundboarders, echt waar, ze zijn zo blij dat ze weer naar kantoor kunnen. Nadat ze maanden gedwongen op stal stonden, mogen ze weer huppelend en vrij met elkaar naar de wei. Samen aan het werk. Elkaar inspireren en motiveren. Even bij een collega naar binnen lopen voor een ideetje of kletspraatje. En lekker roddelen en flauwekullen bij het koffiezetapparaat.

Liever thuiswerken zeggen ouderen

We vertelden ze over een onderhoud dat we hadden met het HR-opperhoofd -zelf een babyboomer- van een van de grootste banken van ons land. 10% van zijn collega’s wil graag vier dagen per week naar kantoor, en een dag thuiswerken. Dat zijn met name Millennials en Gen Z’ers. Maar wat willen zijn oudere collega’s? 80% vindt twee dagen per week naar kantoor echt wel de max. 10% wil zelfs volledig thuiswerken. Gaat er straks een tweedeling ontstaan op kantoor, tussen de jongere en oudere collega’s? En hoe moeten leidinggevenden dit tegengaan?

Wasrek of Vinexwijk

Ouderen hebben makkelijk praten, hoorden we. Die wonen lekker groot. Dus hoeven ze niet te Zoomen achter een wasrek of aan de keukentafel. Vaak ook wonen ze in hun ruime buitenwijkwoningen op auto-afstand van kantoor en ja, dat thuiswerken scheelt ze flink veel filestress. Die kunnen ze missen als kiespijn, net zoals aanwezigheidsplicht en machiavellistische managers. Maar daarmee tonen ze zich niet erg solidair met hun jongere collega’s. Die wonen vaak alleen of zijn als jong gezin -met kleine kindjes- erg klein behuisd. Dus dat huppelend naar kantoor, ja, eindelijk frisse lucht, wij begrijpen dat wel. Maar wat moeten ze daar dan doen als driekwart van hun (oudere) collega’s er niet is, vroegen ze. Hun oudere collega’s, dat is een groep waarvan ze kunnen leren. Ze hebben voorbeelden, mentoren, adviseurs en inspiratie nodig. En al die lege kantoortuinen en verlaten gangen doen elke inspiratie bij voorbaat doodslaan.

Geen inspiratie

Neem mijn eigen vrouw die twee jaar geleden elke ochtend, in vol kantoorornaat, stond te trappelen om weer een dagje te mogen kantoren. Zij is nu met de allergrootste moeite te bewegen om in de auto te stappen en naar datzelfde kantoor te rijden. Haar teamleden komen niet opdagen. Er ontbreekt een duidelijke agenda en ho maar met die inspirerende sfeer. Er is geen structuur, zegt zij. Haar leidinggevenden weten niet wat te doen. Verbinding lijkt het laatste te zijn waaraan ze denken. Terwijl bedrijven juist in deze tijd moeten zorgen voor structuur om de overgang van keukentafel naar kantoortuin zo soepel mogelijk te laten verlopen. Heldere afspraken zijn ook in het belang van je collega’s. Als je geen duidelijke structuur aanbrengt, ontstaat vanzelf een te grote mate van vrijblijvendheid en creëer je de mogelijkheid dat, wanneer mensen op kantoor werken, ze nog de hele tijd moeten Zoomen, omdat de meeste collega’s thuis werken. Dus daar sta je dan, in je kantoorkloffie met je goede gedrag.

Samen werken

Ook ons soundboard team gelooft niet in de terugkeer van nine to five. Lang leve hybride. Maar zorg als leidinggevende wel voor structuur en een duidelijke agenda. Investeer in het verbinden van teams. Luister naar de wensen van al je collega’s. Laat iedereen vertellen hoe hij/zij kantoorwerken na corona ziet. En maak per afdeling of team goede afspraken en een uitgewerkt plan met een agenda waaraan iedereen zich ook echt houdt. Dat is in ieders belang. Dat heet samen werken.

Zonder verbinding geen veiligheid

Wanneer collega’s zich niet verbonden met elkaar en de organisatie voelen, ontstaat bijna vanzelf een onveilige bedrijfscultuur.

 

De dagelijkse corona-updates in de media hebben plaatsgemaakt voor berichten over een nieuwe pandemie: het virus van de onveilige bedrijfscultuur. Je kunt geen krant openslaan of praatprogramma aanzetten of je hoort over een nieuw schandaal. Dan een terrordirecteur van een museum. Dan een te handtastelijk kamerlid. Dan een voetbalbobo die foto’s van zijn pielemuis naar vrouwelijke collega’s verstuurd. In het bedrijfsleven houden ze intussen hun adem in wanneer de eerste borstgrijpende CFO of dickpickende CMO wordt ontmaskerd.

Onveilige bedrijfscultuur

Het virus van de onveilige bedrijfscultuur waart al jaren. Je vindt het terug in allerlei mutaties en varianten. Van pesten tot discriminatie, van seksueel grensoverschrijdend gedrag tot intimidatie. Een verschil: er bestaan geen vaccinaties of boosters om het te voorkomen. Noch loketten, kliklijnen of vertrouwenspersonen. Dat zijn placebo’s tegen het virus en geen efficiënt medicijn tegen de verziekte cultuur zelf. Daarvoor moet je als bedrijf of organisatie toch echt aan de slag, met al je collega’s.

Verbonden cultuur

Dat begint met virusacceptatie en veranderbereidheid van leidinggevenden. Die hoeven bottum-up slechts een vraag te stellen: ‘Hoe kunnen we een cultuur ontwikkelen waarin iedereen zich met elkaar verbonden voelt. Wat hebben we daarvoor nodig.’ Dat is de basis. Pas daarna kun je afspraken maken hoe je wilt dat collega’s met elkaar omgaan. Op zo’n manier dat iedereen nare incidenten, opdringerigheid en intimidaties open en eerlijk met elkaar kan bespreken, zonder dat klokkenluiders bang hoeven te zijn voor negatieve consequenties.

Empathische leiders

Dat vergt een andere rol van leidinggevenden. Die moeten zich kwetsbaar, empathisch en begripvol opstellen. Niet als manager, maar als een dienend leider met oog en aandacht voor de veiligheid en het welzijn van zijn collega’s. Met als back-up een doortastend en zero tolerance beleid.

Veiligheid vertrouwen

Veiligheid behandelen als een doel op zich, nee, dan gaat het fout. Bezie het als een logisch gevolg van een bedrijfscultuur waarin medewerkers zich verbonden voelen, en daardoor oprechte zorg en aandacht hebben voor elkaar. In zo’n cultuur ontstaat vanzelf veiligheid en vertrouwen. En krijgt dat virus geen enkele kans.

eenzaamheid op het werk - Starlingz

Eenzaamheid grijpt medewerkers naar de keel

Ook bij jouw bedrijf werken ze. Collega’s die zich eenzaam voelen op kantoor. Dat aantal blijft groeien, tenzij je een andere weg inslaat. Als je kiest voor menselijkheid in plaats van functionaliteit. Als je kiest voor liefde in plaats van overhead per werknemer. Over de terugkeer van de kantoorlunch, het geven van complimenten, het bieden van richting en andere gedachten na het lezen van ‘De Eenzame Eeuw’.

 

40% van alle medewerkers voelt zich alleen op het werk. In het Verenigd Koninkrijk is dat zelfs 60%. In de VS zegt eenvijfde geen enkele vriend te hebben op het werk. Las ik in ‘De Eenzame Eeuw’ van de Britse Noreena Hertz, een boek dat elke manager moet lezen.

 

Al voor de coronacrisis beschouwden drie van de vijf Amerikaanse volwassenen zich als eenzaam. Tweederde van de Duitse bevolking ziet eenzaamheid als een ernstig probleem, schrijft zij. Eenderde van alle Nederlanders geeft aan dat ze zich eenzaam voelden, meer dan een miljoen in ernstige mate. In Zweden vertelde een kwart van de bevolking dat ze eenzaam waren. In de VK bleek het probleem zo groot dat de regering in 2018 een staatssecretaris voor Eenzaamheid installeerde.

 

Dat zijn cijfers waar ik van schrik.

 

Belangrijk. Hertz beschouwt eenzaamheid niet alleen als een gebrek aan liefde, gezelschap of intimiteit. Noch als dat gevoel dat je langzaam wurgt als mensen uit je directe omgeving (familie, vrienden, buren en partner) je blijven negeren of niet waarderen. ‘Het gaat er ook om dat we ons niet ondersteund en niet gewaardeerd voelen door onze medeburgers, werkgevers, gemeenschap en overheid’.

 

Vooral jongeren voelen zich alleen. Iets meer dan een op de vijf Amerikaanse millennials zegt dat ze geen vrienden hebben. Drie van de vijf 18-34-jarigen en bijna de helft van de kinderen tussen de 10 en 15 uit Engeland zegt dat ze vaak of soms eenzaam zijn. In bijna elke land van de OESO steeg tussen 2003 en 2015 het percentage 15-jarigen dat zich eenzaam voelt op school.

 

Gangmakers van eenzaamheid

 

De voornaamste boosdoeners: smartphone en sociale media. Die blijven ons maar afleiden en het slechtste in ons naar boven halen, schrijft Hertz. Ze maken ons alsmaar bozer waardoor we ons verliezen in een oneindige stammenstrijd. Het gaat om scoren. Om dwangmatig zoeken naar volgers en fans, duimpjes, hartjes en likes. Gewoon met mensen communiceren, vooral jongeren weten bijna niet meer hoe dat moet.

 

Andere eenzaamheidslastpakken: discriminatie, seksistisch gedrag, grootschalige migratie naar steden, reorganisaties op het werk en een andere levensstijl. Kijk naar je eigen gedrag. We doen steeds meer dingen met anderen op afstand. Online een workout of yogales. Zoomen tijdens het werk. We winkelen meer en meer online of volgen een livestream van een event. We prefereren contactloos, en dat is natuurlijk gek.

 

Mensen zijn sociale dieren. Geen praatje meer bij de kassa. Voorbij die klets met de barvrouw of toiletmijnheer. Weg dat knikje naar de slager die een broodje voor je maakt. Al die micro-interacties geven je een gevoel van verbondenheid. Je wordt letterlijk gezien. Ze doen je beseffen dat je onderdeel uitmaakt van een brede samenleving. Hoe meer je contactloos gaat leven, hoe minder je in staat bent om persoonlijk contact te maken en je intermenselijke vaardigheden te beoefenen.

 

Eenzaam maakt ongezond

 

Als je mensen steeds minder goed leert kennen, voel je je steeds minder verbonden, en daardoor word je steeds onverschilliger voor de behoeften en verlangens van anderen. Door de rekenmachine verleerden we het hoofdrekenen, door digitale communicatie verleren we 1 op 1 communiceren. Wat je overhoudt, is joelen en schreeuwen.

 

51% van Amerikaanse scholieren en studenten vindt het aanvaardbaar een spreker uit te joelen met wie ze het oneens zijn. 19% keurt zelfs geweld goed om te voorkomen dat iemand een toespraak houdt.

 

Jongeren bellen elkaar nog nauwelijks. Ik merk dat ook thuis. Een vriendinnetje van mijn 16-jarige dochter woont een paar huizen verderop. Even bij haar naar binnen lopen, nee, dat kan echt niet. Haar bellen? ‘Ik stuur wel een appje’. Ik begrijp dat bijna 40% van alle jongeren tussen de 18 en 30 jaar bang is om te bellen. Ze vinden het eng om direct te reageren op wat iemand zegt. En ze moeten ook nog eens goed luisteren. Appen is veiliger. Je kunt nadenken over een reactie en aan de blauwe vinkjes kun je zien dat je berichtje is aangekomen en gelezen. Jongeren communiceren liever zonder te praten. Dat belooft wat voor de toekomst als het gaat om hun sociale vaardigheden.

 

Bekijk een groep pubers tijdens een feestje. Bestudeer een groep pubers rond een tafeltje in een koffiedrinkwinkel. Ze zitten allemaal in hun eigen wereld. In hun eigen telefoon. Ze praten niet met elkaar. Ze tonen elkaar de laatste posts op Insta of Tiktok. De foto’s die ze hebben gemaakt voor een feest waar ze eigenlijk niet zijn geweest. Want altijd is er die telefoon. Die ligt letterlijk als aandachttrekker tussen hen in. Ze zijn alleen in gezelschap van anderen. Zijn empathieloos voor de wereld om hen heen. Als je immers continu wordt afgeleid, geef je diegene tegenover je geen volledige aandacht en mededogen, laat staan dat je de wereld vanuit zijn standpunt kunt bekijken.

 

Eenzaamheid is niet alleen schadelijk voor je sociale vaardigheden. Het maakt je vatbaarder voor ziekten. Het is slechter voor je gezondheid dan niet sporten, en net zo schadelijk als alcoholisme en het roken van vijftien sigaretten per dag. En eenzame jongeren hebben twee keer zoveel kans op zelfmoordgedachten als jongeren die minder eenzaam zijn. Kijk ook naar de politiek, schrijft Hertz. Eenzaamheid en rechts-extremisme gaan hand in hand.

 

Als eenzaamheid ons ziek maakt en zoveel schade aanricht, ja, dan maakt verbondenheid ons meer gezond zou je denken, filosofeert Hertz. En dat klopt ook. Japan staat bekend vanwege de hoogste levensverwachting. Dat komt niet alleen door hun dieet rijk aan groenten, vis en nori, maar ook door hechte en duurzame sociale banden die mensen met elkaar hebben. Nogmaals, mensen zijn sociale dieren. Verbondenheid met anderen is niet alleen een natuurlijke, maar een gewenste toestand. Mensen worden gezonder van goede relaties.

 

Het boek van Hertz doet je af en toe snakken naar adem. En toen moest dat hoofdstuk over eenzaamheid op het werk nog komen. Over die 40% van alle kantoorwerkers wereldwijd die zich alleen voelt op het werk. O nee, dat hoeft niet per se te betekenen dat ze geen vrienden hebben op het werk. Ze voelen zich vooral vaak niet gehoord of gewaardeerd in wat ze zeggen of doen.

 

Overbodig te zeggen. Eenzame collega’s raken minder betrokken bij hun werk. Nemen meer ziektedagen op. Zijn minder gemotiveerd en toegewijd, maken meer fouten en presteren minder dan hun meer gemotiveerde collega’s. De kans dat ze van baan wisselen of opstappen, ja, die is natuurlijk veel groter.

 

Werkgevers doen medewerkers vereenzamen

 

Werkgevers doen er -gek genoeg- alles aan om hun collega’s te vereenzamen. Ze proppen ze in kantoortuinen waar iedereen zich vooral bekeken voelt. Hun emotionele en fysieke gezondheid, hun welzijn, hun emoties en tevredenheid, ze zijn ondergeschikt aan de overhead per werknemer. Het gaat om functionaliteit in plaats van menselijkheid. Ik lees in ‘De Eenzame Eeuw’ dat mensen al sollicitatiegesprekken voeren, geïnterviewd door een robot. Hun lichaam moesten ze stilhouden binnen een stippenlijn.

 

Corona -en zeker, dit is een opendeur- heeft de eenzaamheid op kantoor verergert. De kranten stonden er vol van. Het zorgde voor een hausse aan stress, verzuim, burnouts en andere lichamelijke en geestelijke ongemakken. Met thuiswerken als grote gangmaker. Werknemers misten persoonlijk contact. Misten sociale interactie. Misten spontane gesprekken. Bedrijfsculturen brokkelden uiteen.

 

Vooral de zoveelste lockdown in januari heeft er voor mensen flink ingehakt, merk ik om mij heen. Nederland is echt klaar met telewerken. Mensen zijn depressief en inspiratieloos. De meesten zitten er echt helemaal door heen. Bijna 85% van de medewerkers wereldwijd voelde zich al niet betrokken bij hun baan, aldus Gallup. Ook dat percentage zal in tijden van corona flink zijn gestegen.

 

Vorig jaar voorspelden experts dat Nederland helemaal zou losgaan op thuiswerken. Ik geloofde en geloof er niks van. De optimale duur van telewerken is anderhalve dag per week, weten ze allang bij Google. We zijn sociale dieren. We willen onze collega’s zien, horen en spreken op kantoor. We zijn sufgezoomt.

 

Daar ligt dan ook een enorme verantwoordelijkheid voor managers en andere leiders. Natuurlijk willen we autonomie, en mogelijkheden tot zelfontplooiing. Maar we willen vooral ook structuur. Laat je collega’s niet fladderen. Zet ze om tafel. Ga eens een spelletje spelen. Zorg voor informele ontmoetingen. Organiseer inspiratiemiddagen, borrels en pizzadonderdagen. Creëer verbinding. Generatie K – de smartphonegeneratie, iedereen geboren na 1995- is de eenzaamste generatie ooit. Zij verlangen als geen ander naar verbinding. Ga dan ook mensen verbinden.

 

Extra belangrijk in een tijd waarin miljoenen op zoek gaan naar een andere baan. In de tweede helft van 2021 zeiden maar liefst 20 miljoen Amerikanen hun baan op. Meer dan ooit. ‘The Big Quit’, heet het al. Ook wel The Great Resignation. Vooral millennials zijn massaal klaar. Na de pandemie was het voor hen tijd voor reflectie, zegt Karin Kimbrough, Chief Economist LinkedIn. Ineens was het: “What really makes my heart sing.’ Natuurlijk, het gaat om geld, het gaat om een betere work-life balans. Maar nog vaker gaat om iets anders. Om teleurstelling. ‘This isn’t fun, this isn’t me.’ Vooral Gen Z zoekt naar purpose en meaning. Zoekt naar werk dat bij hun persoonlijke drijfveren past. Zoekt naar bedrijven met een menselijke bedrijfscultuur. Die hebben in the war on talent een stevig streepje voor.

 

Kantoorlunch en complimenten

 

Ik bezocht recentelijk drie bedrijven. Een communicatiebureau en twee foodbedrijven. Bij alle drie was het kantoor tijdens lunchtijd dicht. Ik moest wachten in de hal, en natuurlijk, gewoon een ommetje doen kon ook. De directie hechtte aan het belang van een gezamenlijke lunch. Zodat collega’s met elkaar konden praten. Zodat collega’s aandacht voor elkaar hadden. In plaats van dat iedereen in zijn eentje achter zijn computer of op een andere plek in een bakje salade of yoghurt zat te lepelen.

 

Of hier wel eens aan gedacht, tipt Hertz. Geef je collega’s gewoon eens een compliment, echt waar, zo moeilijk is dat niet. Daarmee doel ik niet op Amerikaanse toestanden waarbij een salesmedewerker, met de hoogste verkoopcijfers van die week, door zijn collega’s met een beker in zijn hand op een schild wordt gehesen. Nee, doe als Cisco, vertelt Hertz. Daar belonen ze medewerkers die bijzonder behulpzaam, vriendelijk of coöperatief zijn geweest. Bij het Australische softwarebedrijf Atlassian beoordelen ze medewerkers niet alleen op persoonlijke prestatie, maar ook of ze goed samenwerken, de manier waarop ze met collega’s omgaan en in hoeverre ze actief op zoek gaan om anderen binnen de organisatie te helpen.

 

Breng de liefde terug in je organisatie. Duw collega’s niet weg, maar omarm ze. Align hun persoonlijke ambities met die van je bedrijf. Verenig ze in een community met een gemeenschappelijk doel en verhaal. Zorg voor richting, zorg voor verbinding. Anders voelt de eeuw nog meer alleen.

 

Verschil tussen meaning en purpose

Het verschil tussen meaning en purpose

Als ze over hun purpose praten, plaatsen bedrijven zichzelf maar wat al te graag in de hoofdrol. Gedragen ze zich als Gandhi, Moeder Teresa en Martin Luther King. Maar wanneer jij je als ondernemer verbindt aan een maatschappelijke issue gaat het niet over jou. Over de pokon en het penthouse van de piramide van Maslov, en waarom het juist nu voor bedrijven zo belangrijk is te zorgen voor maatschappelijke impact.

 

Al die bedrijven die hun mond plots vol hebben van purpose dit en purpose dat. Ik krijg daar spatjes van. Jarenlang hebben ze zich vooral beziggehouden met de P van Profijt en zich echt geen sikkepit bekommerd om de P van Planeet, en dan ineens werpen ze zich op als de redder van de mensheid.

Bah.

Ik schreef in 2010 een boek over de betekeniseconomie met purpose-denktank Kees Klomp. Big brands hadden nog geen flauw benul dat er zoiets als purpose bestond. Wij voorspelden -toen al- dat zelfrealisatie the name of the game zou worden.

‘We zijn collectief in het topje van de behoeften piramide van Maslov terecht gekomen en vertonen het daarbij horende zelfactualisatiegedrag. We ontdekken dat geven de zin van het leven is, maar lang niet iedereen weet hoe dat moet. Daarom gaat marketing alsmaar minder om het vermarkten van producten en diensten, en steeds meer om het aantonen van welke betekenis producten en diensten hebben voor klanten.’

Een paar regels verderop: ‘Alleen door betekenisvol te zijn, door betekenisvolle ontplooiingsmogelijkheden te bieden, en dan bedoel ik door een tastbare bijdrage te leveren aan de persoonlijke groei en de kwaliteit van leven, kunnen bedrijven een belangrijke rol blijven spelen. Alles is er de komende tijd op gericht mensen tot een hoger niveau van mens-zijn te laten komen, want alleen dat is écht waardevol.’

Stroom van green washing en gutmenscherij

Enkele jaren later gebeurde het. Er kwam een stroom van green washing en gutmenscherij -let op, ik leg geen enkel verband tussen het verschijnen van ons boek en wat er daarna gebeurde, sterker, ons boek was nauwelijks opgemerkt. Het woord betekeniseconomie en purpose wel, maar dan niet op de manier zoals wij dat omschreven. Want als het over purpose gaat, zetten merken zichzelf maar wat al te graag in de hoofdrol. Gaat het over wauw, moet je nou eens kijken hoe maatschappelijk betrokken, woke en politiek correct wij zijn.

Wereldvervuiler Shell kleurde luifels van -jawel, toe maar- maar liefst vier pompstations rondom Amsterdam tijdens Gay Pride in regenboogkleuren -helaas hingen ze de vlag verkeerd om. Heineken wierp zich linksom op voor feministes, LGBT’ers en klimaatdrammers, terwijl rechtsom hun promotiemeisjes in Nigeria werden aangerand en misbruikt. McDonalds keerde tijdens International Women’s Day hun iconische M van -zozo- een filiaal om en zette hun logo op socials op de kop. Want echt all you women in the world, we supporteren jullie, terwijl ruim 40% van alle vrouwen die in de fastfoodwereld werken seksueel worden geïntimideerd.

Misbruik Purpose niet voor Profit

Kees -ik mag Kees zeggen- vindt dat merken purpose misbruiken voor profit. Ze plakken een maatschappelijk geëngageerd verhaal op een volstrekt geëngageerdloos product of bedrijf, puur om een sympathiek verhaaltje te verkopen en daarmee hun omzet te vergroten. ‘Purpose die niet zit opgesloten in het basale doen en laten van een bedrijf is gewoon loze, lege, gebakken lucht’, vertelde hij in mijn laatste boek. ‘Betekenisvolle marketing die niet voortkomt uit een authentiek betekenisvol merk, uit authentiek betekenisvol management en authentiek betekenisvolle mensen, echt, dat is zonder enige uitzondering purpose washing.’

Een merk lijkt in dit purposegeweld zelfs totaal door te slaan. De missie van Patagonia was jarenlang ‘het beste product maken, geen onnodige schade veroorzaken, de bedrijfsvoering inzetten om tot oplossingen voor de milieucrisis te komen en die ook te implementeren.’ Ze hebben die recent veranderd in: ‘We’re in business to save our home planet’.

Dat klinkt een beetje raar. Ik bedoel, een bedrijf dat fleecetruien en renbroekjes verkoopt dat de wereld wil gaan redden, nee, dat is niet raar, dat is lachwekkend.

Geen held, maar mentor

In al hun purpose denken, maken de meeste merken dezelfde denkfout, vertelt Thomas Holster in zijn boek The Hero Trap. Ze positioneren zichzelf als Gandhi, als Moeder Teresa, als Martin Luther King en het liefst als allemaal tegelijk.

Je kent mijn betogen. Ik vind dat merken zichzelf nimmer moeten neerzetten als de held van hun eigen verhaal. Dat leidt tot masturbatiepraatjes, en die bewaar je maar voor ranzige boekjes of donkere hoekjes online. Een merk fungeert als mentor. Als coach om mensen vooruit te helpen. Om het leven van hun publiek en fans meer betekenis te geven. Voor dat laatste duwtje naar het penthouse van de Maslov-piramide. Kolster schrijft: ‘Who can you help people become’.

Als jij een gitaar koopt, doe je dat omdat jij jezelf muzikaal wilt uiten. Als jij een setje stiften koopt, doe je dat om jezelf creatief te uiten. Dat muziekinstrument of die stiften zijn niet de held, nee, natuurlijk niet. Dat zijn middelen die je helpen bij zelfrealisatie, bij zelfverwezenlijking.

Je gebruikers, klanten en fans zijn je helden. Zij zijn de hoofdpersoon van je verhalen.

Meaning en purpose

Kolster vermijdt het woord purpose waar het kan. Omdat het totaal iets anders is dan meaning, zegt hij. Om de verschillen tussen die twee te duiden, verwijs ik graag naar een vijfdelige online collegereeks van Kees. Hij verduidelijkt direct waar de verwarring tussen die twee vandaan komt. Dat komt door de Engelse taal. Die kent twee woorden voor betekenis: meaning en purpose.

Ook Kees trekt meaning naar de loft van de Maslov-piramide. Purpose plaatst hij helemaal onderin. Als de voedingsbodem van de piramide. Als de pokon van ons leven. Als de basis voor ons zijn. En die purpose zegt hij, zou voor elk bedrijf dezelfde moeten zijn: ervoor zorgen dat de aarde blijft bestaan. Ervoor zorgen dat ze als bedrijf de planeet niet uitputten of naar de vernieling helpen. We hebben daar tenslotte slechts eentje van.

Maar uuh nee, dat hebben de corporates en andere grote bedrijven zich de afgelopen jaren niet echt gerealiseerd. Hun idee van welvaart ging ten koste van ons welzijn en welbevinden. Burn-outs, depressiviteit, klimaatcrisis, verlies biodiversiteit, ontbossing, landschapverdozing, sociale ongelijkheid, gele hesjes, wantrouwen overheid, pandemie, nou ja, moet ik nog even sociaal en ecologisch doorgaan. Kees: “De welvaart is niet gegroeid ten bate, maar ten koste van ons welzijn.”

Purpose is dus iets universeels. Het draait om het dienen van het (voort)leven. Om ‘ander-realisatie’. Meaning draait om zelfrealisatie. Om het individu. Om je eigen zelfrealisatie. “Er zijn net zoveel meanings als er mensen zijn. Het gaat over jouw hogere doel en zingeving.”

Bij purpose draait het om goed doen als norm. Bij meaning draait het om goed doen als deugd.

Bij purpose draait het om het grotere geheel. Bij meaning om een individueel hoger doel om eigen zingeving.

Betekeniseconomie is vierde revolutie

Ondernemer en geluksgoeroe Aaron Hurst beziet de betekeniseconomie als de vierde economische revolutie. Na de agrarische economie (de tijd van (ver)delen), de industriële economie (de tijd van dingen) en de kenniseconomie (de dienst van diensten). Voor de duidelijkheid, we zitten du moment midden in die betekenisrevolutie. Het draait niet langer om (ver)delen, dingen en diensten, maar om deugden. Om zingeving. Vandaar onze collectieve honger naar meaning. En die lekkere trek is heel sterk onder millennials en centennials. Zij willen zingeving ervaren in hun leven en werk. Ze willen geen chocolade, maar Chocolonely. Producten moeten deugdzaamheid en een ethische component vertegenwoordigen. Niet vreemd dat zij vooraan staan om te vertellen dat het anders moet. Waarbij millennials (Gen Y) vooral zitten aan de kant van meaning en centennials (Gen Z) meer purpose-driven.

Geen waai maar wat

In zijn collegereeks komt Kees met tal van modellen, en dat maakt zijn verhaal af en toe een beetje warrig. Zijn rode draad is klaarder als een klontje: bedrijven moeten het anders doen, en gelukkig kiest een groeiende groep ondernemers voor een andere weg. Dienstbaar zijn met oog voor welzijn en welbevinden. Haal je hun maatschappelijke issue uit hun businessmodel, dan houd je niks meer over. Hij noemt Nudie Jeans, Dopper, Toms, Triodos Bank en Kipster. Kromkommers en de Verspillingsfabriek gaan de food overvloed van corporates te lijf. Plastic Whale en Ocean Cleanup ruimen de plastic soep van corporates op. Bij Brouwerij De Prael en Koeckebackers werken ze met mensen met een achterstand tot de arbeidsmarkt.

Het gaat al deze bedrijven duidelijk niet om de why, maar om de what. Kees: “Wat vraagt de wereld van mij, wat moet ik oplossen en aanpakken. Hoe ga ik het verschil maken en waarom zal dit een positieve impact hebben. Hun drive is niet een maatschappelijk probleem, maar hun probleem, en dat voel je tot in het diepst van hun haarvaten.”

Ook corporates komen met dienstbare initiatieven (Danone, Interface en DSM) en anders kopen ze die kleintjes wel op. Zoals Unilever dat na Ben & Jerry’s de Vegetarische Slager in hun merkenstal opnam. In Nieuw-Zeeland gaan ze helemaal op de betekeniseconomietoer. Het land streeft niet langer uitsluitend naar economische groei, maar gaat zich meer richten op het welzijn van de bevolking. Onder leiding van premier Jacinda Arden presenteerden de kiwi’s een rijksbegroting met een focus op het welzijn van de inwoners, de kracht van gemeenschappen en de gezondheid van het milieu.

Kies voor de planeet

Kiezen voor een purpose, het is allang niet meer iets om over op te scheppen. En de purpose van jouw bedrijf zou niet anders moeten zijn dan die van al die andere: kiezen voor de planeet, kiezen voor het leven. Totaal iets anders dan snel scoren bij je aandeelhouders. Met die alles-voor-de-aandeelhouders-houding ga je het ook niet redden bij Gen Y en Z, intussen 40% van consumentenpopulatie. Zij hebben vooral oog voor bedrijven met een oprechte purpose en kijken hoe ze daaraan -binnen dat bedrijf zelf of als koper- kunnen bijdragen. Kijken hoe een bedrijf of organisatie aansluit bij hun eigen zelfrealisatie.

Nogmaals, jij bent als bedrijf geen held, maar een mentor. Een Yoda. Een Mr. Miyagi. Een Albus Dumbledore. Je gebruikers, klanten, medewerkers en fans zijn je helden. Zij zijn de hoofdpersoon van je verhalen. Vertel hoe je hen hebt opgetild. Vertel hoe je hen hebt geholpen om hun eigen doelen en dromen te realiseren. Vertel hoe jij hen liet uitgroeien tot betere mensen. Vertel hoe je hen hebt veranderd.